Het ontstaan van Krimpen aan de Lek

Het dorpjen Krimpen aan de Lek
Schoon, niet groot in zijn bestek
Is door zalmvangst vermaard
Nederland, zoveel als grootsche dorpen waard

J. van Ollefen 1793

Waar Lek, Maas en Noord samen stromen
En Dordt reist van ver
Daar ligt het dorpje Crempene
Een plaats van eeuwen her

H.A. van der Velde 2009
Naar een gedicht over Woudrichem.

het waterschapswapen van Schieland en de Krimpenerwaard

Het gebied waarin wij nu leven, de Krimpenerwaard, wordt in 944 geschonken aan de Kerken van de Dom (St. Maarten) en Oud Munster te Utrecht. Het is een ruig gebied, enigszins te vergelijken met de Biesbos. Rond het jaar 1000 worden de eerste kolonisten dit gebied ingestuurd om het ruige landschap te ontginnen. Ontwatering vindt plaats door het graven van sloten en het aanleggen van kades. Door gebruik te maken van klepduikers wordt het gebied drooggelegd.

Sinds 2 mei 1064 bestaat er een proclamatie waarin de HEERLIJKHEID CREMPENE voor het eerst genoemd wordt. Enkele deskundigen noemen een jaartal van ongeveer 1130 maar hiervan is geen exacte datum bekend. De HEERLIJKHEID CREMPENE bestaat uit 4 stukken land en omvatte waarschijnlijk ook het grondgebied van de later onstane dorpen Krimpen aan den IJssel en Lekkerkerk.

De betekenis van de naam is moelijk vast te stellen. De Nederlandse taal bestaat dan nog niet. Omdat het in deze omgeving nog Duitstalig gebied is zou het woord cremp vertaald kunnen worden als opstaande rand (dijk). Andere mogelijkheden zijn: krimpen en samentrekken.

Tussen de 11e en 12e eeuw heeft er een kapel gestaan, gebouwd op een donk (zandplaat) aan de rivier. De kapel lag dus buitendijks. De vloer heeft 3 meter lager gelegen dan van de huidige Nederlands Hervormde kerk. Het rivierpeil was toen zo laag dat men de rivier bij eb te voet kon oversteken. Vanaf 1425 stond hier een kruiskerk, die in 1940 is afgebroken vanwege de slechte staat waarin hij verkeerde.

Het gemeentewapen van Krimpen aan de Lek is tot nu toe de oudst bewaarde afbeelding. De daarin geplaatste halve maantjes noemt men wassenaars, hetgeen wassende maan betekent. De oudst bekende Heer van de Leck (±1145-1168?) is ene Folpert. Als dit geslacht uitsterft, wordt het gebied in 1342 verkocht door Graaf Willem IV aan Jan II van Polanen, Heer van Breda en van de Leck. In datzelfde jaar wordt zijn familiewapen het gemeentewapen voor de HEERLIJKHEID CRIMPEN AAN DE LECK.

De drie inmiddels zelfstandige dorpen Krimpen aan den IJssel, Lekkerkerk en Ouderkerk aan den IJssel mogen hun gemeentewapen hiervan afleiden door de drie wassenaars in een andere stand te zetten. Dit geldt ook voor de latere – door samenvoeging – ontstane gemeente Nederlek.

Op vrijdag 18 juni 1358 ontvangt Jan van Wassenaar, Heer van Polanen, Breda en de Leck, tienden en renten uit de Heerlijke veerrechten van het Crimpensche veer. Dit veer maakt dan deel uit van de belangrijke noord-zuidroute. Deze loopt vanaf Brussel via Breda, Dordrecht, Crimpen aan de Lek en Gouda naar Amsterdam.

Nadat in 1403 de dochter van Jan van Wassenaar, Johanna van Wassenaar, Vrouwe van Polanen, Breda en de Leck, trouwt met de Duitse graaf Engelbrecht I van Nassau zou de HEERLIJKHEID CRIMPEN AAN DE LECK tot 1722 aan de Nassau’s toebehoren.

Terug naar boven