Tekeningen uit de collectie Schoemaker 1660 - 1735

De collectie Atlas Schoemaker toont ruim 2600 topografische tekeningen, beschrijvingen en prenten van Nederlandse steden, dorpen en gehuchten in de vroege achttiende eeuw.
Andries Schoemaker (1660-1735) is een textielkoopman uit Amsterdam. Zijn grote passie is het verzamelen van historische en topografische informatie over steden en dorpen, kerken en kastelen in Nederland. In de jaren twintig van de achttiende eeuw bezoekt hij bijna alle steden, dorpen en gehuchten in Nederland, vaak samen met zijn zoon Gerrit (1692-1736). Tijdens deze reizen maakt hij beschrijvingen van de plaatsen die hij aandoet en geeft daarvan historische en culturele bijzonderheden.
Vaak illustreert Schoemaker zijn beschrijvingen met tekeningen, veelal ook in kleur. Hij tekent zelf, maar laat ook tekeningen maken door eigentijdse kunstenaars als Cornelis Pronk (1691-1759) en diens leerling Abraham de Haen (1707-1748). Soms maakt hij gebruik van gedrukte prenten, die de topografische situatie in voorafgaande periodes weergeven. Deze prenten tekent hij na of hij plakt ze in zijn boeken. Af en toe schetst hij ook plattegronden of neemt hij bestaande kaarten in zijn werk op.
Bron: Koninklijke Bibliotheek

Onderstaande tekening is gemaakt in 1724, gezien in zuidelijke richting.

drie wapens

Het linker wapen op de tekening is onbekend, het middelste is het gemeentewapen, het rechtse is van de provincie Zuid-Holland.

De tekst luidt:

Dit Crimpen heeft aan de Heren van de Leck toebehoord doch is naderhand door huwelijken gekomen aan het Huis van Nassau.

Is groot 118 morgen land. Crimpen gelegen aan de rivier de Leck, beginnende die landen, strekkende zij uyt achter de landen van Crimpen op den IJssel belendende ten oosten met het ambacht van Leckerkerk ten westen met het ambacht Crimpen op den IJssel.

De geschiedschrijvers Emanuel van Meteren en P.C. Hooft spreken van dit Crimpen van de jaren 1575 aldus; Alzo zij met een leger (Spanjaarden) nederwaarts van Schoonhoven gekomen waren hebben zij Crimpen zijnde een dorp met twee schansen ingenomen.

kerk getekend door A. de Haen in 1733

A. de Haen 1733

Kerk getekend vanaf de Lek, 1732

Kerk getekend vanaf de Lek, 1732
Het onderschrift van de bovenste tekening luidt; Crimpen, aan de riviere de Leck en Merwede (thans Noord) in de krimperwaart, ziende vanaf Ridderkerk, volgens sein gestalte in het jaar 1732.


brief

De tekst luidt:

Crimpen

zeer versterckt waarmede sij niet alleen de Riviere? stopte met oogmerck om langs die wegh in Swijndrecht te dringen en daar alles te verwoesten gelijk zij overal deden om de inlanders een schrik aan te jagen, om mede ’t voornemen des vijanden te vereijdelen soo hebben de bontgenoten den dijk daar tegenover gelegen doorgestoken het selve beschanst: en deftig met geschut voorzien.

Zevende van hooijmaand belegerd de Spaanse veltoverste den heer Hiestgens een schans gelegen in de Alblasserwaard tegenover Crimpen, hierdoor wierd de gemeenschap van Leck en de Oude Maas belemmert: de bontgenoten, daar in geen staat zijndend om de schans te kunnen houden voerden het geschut vandaar en verlieten de schans.

De prince van Oranije aangemerckt hebbende wat nadeel dat dat werk hem conde brouwen voorsagh in tijts daar is, want hij deed 300 paarden en 9 vaandels voetknegten in de Swijndrechter waart komen, en deed tegenover Crimpen aan de zijde van Ridderkerk op ’t Slikkerveer een schans opwerpen om daardoor de vijand in Crimpen te belemmeren en meteen trachte hij om de rivier open te houden, hierdoor won oranije zoo veel dat hij op de 21ste van sprockelmaand des jaars 1576 meester wierd van Crimpen nevens nog twee andere schansen aan de bezetting die uijt 300 man bestond, werd vrije uijttocht vergunt met hun geweer doch de vaandels moesten toegeslagen zijn Het geschut moest in de schans blijven met alle andere oorlogsgereedschap: Deze overwinning was van dat gevolg dat men de rivieren de Leck, IJssel en Maas open hield om overal te water te kunnen komen om te handelen.

In de jaare 1688 als ik eens om een plijzier rijsije was quam ik tot Crimpen: en vond daar dit onderstaand boven een deur staan

Ik bent niet: ik woude niet dat ik ’t was
maar hoop het noch te worden
Dat scheen mijn toe een
raatsel te zijn
anders door mij
word uijtgelegt
Ik ben noch niet out: en wensten ook niet dat ik
out waar: maar hoop het noch te worden

Krimpen


brief

De tekst luidt:

Krimpen

Krimpen is een zeer vermakelijk dorp, gelegen aan de Reinsche Leck ter plaatse daar deselve in de Merwe valt. Dit dorp geeft zijn naam aan de Krimpenerwaard. Hetzelve heeft een kerk en predicant staande onder het Classis van Gouda en Schoonhoven.

Dat dorp en Leckerkerk: komen beijde aan den Heer. Op de kerk die buijtendijks gelegen is staat een toren van een middelbare hoogte: deze plaas in de oude brieven Crempene genaampt en werd gezet onder de goederen der uijterse kerke welke den graaf van Holland geweldiger hand van de Utersche kercke overweldigt heeft: doch beschikte ’t de Roomse keijzer: heeft Crimpen door een open brief aan de Uterse kerk wederom toegewezen.

Eer dat de Rijn zijn water door de Leck loosde heeft Krimpen zig tot Alblas toe uyt- gestreckt: gelijk de woorden aan W. Heda te Lennengeren zeggende: te Crimpene vier hoeven van ’t eijnde der Riviere Alblas tot de Merwede toe.

Krimpen aan de Leck: is een zeer vermakelijk dorp: heeft zijn eijgen kerck en predicant: staande onder het Classis van Gouda.

In den jaare 1733 was ambagsheer van Crimpen op de Leck de heer Martinus van Barneveld, vroedschap te Gorichem Schout en secretaris Krijn van Holst

Aantekening in de kantlijn:

Beschrijving
van ’t Uterse?
bisdom
3 deel
pag129


Tekening uit 1728

Tekening uit 1728.
Boven: Het vooste huis rechts is vermoedelijk het pand van Café Schippers.
Onder: Het Schoutshuys aan het begin van de Dorpsstraat.


De Spaanse schans in Crimpen

De Spaanse schans in Crimpen

De Spaanse schans in Crimpen

De Spaanse schans in Crimpen.
Deze tekening door Frans Hogenberg (1540-1590) komt ook voor als gravure in het boek Krimpen door de eeuwen heen van Leen Boon. Deze tekening werd opgenomen in het door Willem Baudart (1565-1640) geschreven boek over de Nassausche oorlogen.

 

Terug naar boven